Andernach
Andernach is een grote industriestad van bijna 30.000 inwoners in de Kreis Mayen-Koblenz op de rand van de Eifel. Het is een van de oudste steden van Duitsland. Andernach ligt op de linker Rijnoever tussen de monding van de Nette in het zuidoosten en Brohl-Lützing in het noordwesten. Direct aan de noordwestkant van de stad rijzen steile berghellingen op. De smalte in de Rijn tussen de zogenoemde Krahnenberg en de Engwetter aan de overkant, heet al sinds de Romeinse tijd “Porta Antunnacensis”, de “Andernachse poort”. Tot de gemeente Andernach behoren verder de dorpjes Eich, Miesenheim, Namedy en Kell met Bad Tönisstein. Over de weg is Andernach te bereiken via de A61, B9 en B256.Over het spoor wordt Andernach met meerdere lijnen bediend, waaronder intercity’s en hogesnelheidstreinen.
Andernach kent een oeroude bewoningsgeschiedenis. Er zijn onder andere zogenoemde venusfiguren van zo’n 15.000 jaar oud gevonden in het gebied. Uit de jonge steentijd, ± 5000 jaar v. Chr., zijn ook sporen van de bandceramische cultuur gevonden. En rond 1300 v. Chr. was het gebied dicht bevolkt. Andernach wordt beschouwd als een van de oudste Romeinse nederzettingen in Duitsland. Al in 55 v. Chr. werd er door Julius Caesar een houten brug over de Rijn gebouwd. In 486 werd de heerschappij over het gebied van Andernach definitief door de Franken overgenomen. In de Merovingische tijd was Andernach een koningsstad, waar vooral koning Dagobert I zich graag ophield. In de Karolingische tijd werd Andernach een koningspalts en in 870 viel Andernach toe aan Lodewijk de Duitser en werd daarmee deel van het zich vormende Heilige Roomse Rijk. In die tijd werd de stad ook drie maal door Noormannen gebrandschat. In de volgende eeuwen werd Andernach de speelbal van de aartsbisdommen van Keulen en Trier en uiteindelijk kwam Andernach in 1167 bestuurlijk onder Keulen, maar kerkelijk onder Trier. Door een reeks van oorlogen tussen het midden van de veertiende en vijftiende eeuw, verarmde Andernach aanzienlijk. In de zestiende eeuw veroorzaakten Wederdopers uit de Nederlanden sociale onrusten in Andernach. De aartsbisschop van Keulen werd in 1543 Luthers en eiste van het bestuur van Andernach dat ze hem in die stap volgden. Deze poging mislukte echter. De Dertigjarige Oorlog (1618-1648) ging aanvankelijk aan Andernach voorbij, totdat de stad in 1632 geplunderd werd door Zweedse troepen. Wat echter in die oorlog niet gelukt was, gebeurde wel in 1689 tijdens de Paltser Successieoorlog (1688–1697), alle verdedigingsmiddelen en vestingwerken van de stad werden door de Fransen verwoest en vervolgens in brand gestoken. Ook de volgende eeuw bracht de stad geen verlichting en de armoede gestaag toe in hetzelfde tempo waarmee het inwonertal afnam. Van 1801 tot 1814 was Andernach Frans. Deze tijd betekende een echte omwenteling voor de stad. De Russische bezetting in 1814 werd dan ook door een groot deel van de bevolking niet als een bevrijding ervaren. In 1815 werd Andernach Pruisisch. In 1858 werd Andernach aangesloten op het spoorwegnet. In de negentiende eeuw ontwikkelde Andernach zich tot industriestad, maar deze ontwikkeling stopte abrupt in de Eerste Wereldoorlog. In de Tweede Wereldoorlog ten slotte had Andernach te lijden van luchtaanvallen die grote delen verwoestten. In 1949 begon ook in Andernach het zogenoemde Wirtschaftswunder. In de jaren 60 kreeg Andernach een nieuwe haven, waardoor de stad nog een economische impuls kreeg. In dezelfde tijd werd ook het gemeentegebied uitgebreid door een gemeentelijke herindeling.
Tot de bezienswaardigheden van Andernach behoren de volgende bouwwerken. De ronde toren of Wehrturm uit ±1440 als blikvanger van de stad, de Maria Hemelvaartbasikiek met vier torens, de “Alter Krahnen” een laad- en loskraan uit 1561, de huidige Christuskerk die tot 1802 de voormalige Sint Nicolaaskerk van het Minorietenklooster was, dat in 1240 gesticht is. Verder de Rheintor of korenpoort waarvan het fundament uit 1200 stamt. De huidige opbouw is van 1899. Naast deze bezienswaardigheden is er nog veel meer bijzonders te bezichtigen in Andernach, zoals de restanten van de middeleeuwse vestingwerken en de ruïne van de stadsburcht en verschillende prachtige gebouwen in de oude stad. Een bijzonder kenmerk van Andernach is de zogenoemde “eetbare stad”; alle groenvoorziening in Andernach zijn eetbare planten aangeplant, zoals amandelen, perziken, mispels en dergelijke, die door de bevolking vrij geoogst mogen worden. In het stadsmuseum van Andernach is gevestigd in een oud stadpaleis. In dit museum worden vondsten uit de regio getoond en het is tevens een erfgoedmuseum. Het Johann Wintermuseum is gewijd aan de geschiedenis van de medische wetenschap.
Koblenz
Koblenz, prachtig gelegen oude stad ingeklemd tussen de samenvloeiing van de Moezel en de Rijn. Met een geschiedenis die terug gaat tot de Romeinse tijd meer dan 2000 jaar geleden. Kerken, kastelen, paleizen en deftige burgerhuizen getuigen van een rijk verleden. De Romeinen vermelden ongeveer 14 jaar na Chr. de naam Castrum ad Confluentes wat betekent nederzetting bij de samenvloeiing Hier eindigt de Moezel en stroomt in de Rijn. Dit beroemde punt, het Deutsches Eck maakt Koblenz tot een trekpleister van toeristen uit de hele wereld. Oude vestingmuren , burchttorens, kastelen en patriërshuizen zijn de overblijfselen uit een bewogen verleden. Dit verleden met als middelpunt de Moezel- en Rijnwijnen is vandaag de dag nog steeds actueel, Koblenz is een centrum van de wijnhandel. De nauwe straten , romantische stegen en mooie pleinen met hun fraaie fonteinen nodigen uit om de stad te verkennen. Terrassen en restaurants zijn er naast wijnlokalen in overvloed om te kunnen genieten van de uitstekende lokale wijnen. Ook als winkelstad heeft Koblenz het nodige te bieden.
Na een rustige en welvarende Romeinse periode werd Koblenz ook aangevallen en verwoest door de Franken. Dit gebeurde voor het eerst in 259 na Chr. Na de herbouw was het een paar eeuwen later weer mis. In de 5e eeuw stortte het Romeinse Rijk in en veroverden de Franken de stad. Karel de Grote heeft in 807 in Koblenz recht gesproken. In de 11e eeuw werd de stad door Koning Hendrik II weggegeven aan de bisschop van Trier. Deze liet de stad indrukwekkend versterken om zo een hoger aanzien te krijgen. Tevens liet de bisschop aan de overzijde van de Rijn de vesting Ehrenbreitstein bouwen. In de 12e en 13e eeuw groeide de stad sterk. Nadat Franse revolutionaire troepen de stad grotendeels hadden verwoest begon men aan de wederopbouw en brak voor de stad vanaf 1688 een periode van groei en rijkdom aan. Het bij deze wederopbouw overheersende barok kenmerkt de stad tot op de dag van vandaag. Van 1794 tot 1814 werd Koblenz hoofdstad van een klein Frans departement. Vanaf 1815 werd het de hoofdstad de Pruisische Rijnprovincie en tot grootste vestings- en garnizoensstad van het rijk uitgebouwd. Grote delen van de oude binnenstad van Koblenz zijn in de Tweede Wereldoorlog in de as gelegd. Dankzij de grondige wederopbouw en herstel van vele monumenten is het gelukt om iets van de oude culturele rijkdom en Europese sfeer terug te krijgen in de oude binnenstad.
Cochem
Cochem is een uitgesproken toeristenstadje. Naast natuurlijk de bekende wijn domineert de wereldberoemde Reichsburg die hoog boven de stad reeds van ver te zien is. De geschiedenis van Cochem stamt, net als vele andere Moezelstadjes uit de tijd van de Kelten en de Romeinen. Voor het eerst wordt het bestaan van het stadje in 886 genoemd in een document van het abdij van Prüm, nabij Bitburg. Cochem kreeg in 1332 stadsrechten. De beroemde burcht werd rond 1020 gebouwd. De burcht kwam in 1294 onder het gezag van de bisschop van Trier en deze liet het tot een sterke vesting uitbouwen. In deze tijd kreeg de stad eveneens muren en poorten. Om tol te kunnen heffen kon de Moezel met een ketting worden afgesloten. Wie erlangs wilde varen moest dus eerst betalen. In 1689 werd de burcht net als bijna geheel Cochem verwoest door Franse legertroepen. Een steile weg brengt u naar de Reichsburg. Boven is er het museum en kunt u genieten van een adembenemend uitzicht over de Moezel.
Naast de beroemde burcht is het oude gezellige marktplein Moezelromantiek ten top. Het belangrijkste middelpunt van Cochem met de mooie fontein (1767) omgeven door fraaie vakwerkhuizen en waaraan het raadhuis grenst. Het raadhuis deed na de bouw eerst dienst als ambtsgebouw voor de keurvorst van Trier. Het huidige barokke uiterlijk kreeg het in 1749. De alte Thorschanke, oude poortherberg uit 1625 geldt als het belangrijkste vakwerkhuis in het stadje. Het werd in 1689 niet verwoest tijdens de plundertochten van de Fransen. Uit de tijd van de middeleeuwse stadsvesting zijn een aantal mooie en belangrijke gebouwen bewaard gebleven. Van de verdedegingswerken zijn de Enderpoort (1350), de Balduinspoort de Muizenpoort behouden voor het nageslacht. Andere doorgangen zijn de Bachgassenpforte en de Kirchgassenpforte.
Op de Kapuzinerberg staan nog oude kloostergebouwen. Tegenwoordig doen ze dienst als cultureelcentrum. Ook een bezoekje waard is de parochiekerk die na de oorlog in 1951 in ere werd hersteld. Naast de Reichsburg heeft Cochem heeft nog een burcht, namelijk die van de oude familie Winneburg, gelegen drie kilometer dieper in het kloofdal van de Endertbach. Deze burcht werd omstreeks 1200 gebouwd en is evenals de Reichsburg in 1689 verwoest door de Fransen en later weer opgebouwd. Onderweg naar de burcht komt u door het Stadtwald, een groot bos met veel banken. Dan is er ook nog een stoeltjeslift, die van de Endertstrasse naar Pinnerkreuz voert. Noordelijk van Cochem ligt het Klottener Wildpark, dat weliswaar dichter bij Cochem ligt dan bij Klotten, maar bij Klotten wordt beschreven. De zogenaamde Cochemer Krampen ten zuiden van de stad is een regio met veel wijndorpjes. De 4216 meter lange KaiserWilhelm Spoortunnel is de langste tunnel van Duitsland. De spoorlijn snijdt door het gebruik van de tunnel enkele bochten van de Moezel af.
Al met al is Cochem een gezellig en karakteristiek Moezelstadje met alle kenmerken die daar zoal bij horen, waaronder: Wijn,steile wijnhellingen, beboste heuvels, middeleeuwse burchten en in het stadje zelf een marktplein en pittoreske straatjes en steegjes uit vervlogen tijden, met bezienswaardigheden als; vakwerkhuizen, stadspoorten en delen van de middeleeuwse muur. Bij de brug ligt langs de Moezel een brede promenade met plantsoenen, winkels, restaurants en hotels. Vlakbij het stadje ligt het Roompot Ferienresort Cochem, een luxe vakantiepark dat jaarlijks veel bezoekers trekt.
Met de stoeltjeslift is het mogelijk om naar één van de mooiste uitkijkpunten over Cochem te gaan, het Pinner Kreuz. Het bergstation bevindt zich ruim 250m boven zeeniveau en is ook per voet goed bereikbaar. Per lift is natuurlijk comfortabeler en u geniet ondertussen van het mooie uitzicht.
Zell
Zeller-schwarze-katzHet Moezelstadje Zell is idyllisch gelegen aan één van de mooiste en grootste meanders van de Moezel, de Zeller Hamm. Ingeklemd tussen de Moezel en steile wijngaarden is het stadje idyllisch gelegen. De zichtbare historie van het stadje gaat terug tot ongeveer 1142 na Chr, in deze tijd word een Augustijner klooster op de Marienburg gebouwd. In nog vroegere tijden was er een Romeins fort gesitueerd en was Zell een Romeinse nederzetting. In de middeleeuwen was Zell geheel ommuurt en vormde het een belangrijke schakel in de verdediging van de regio. Net als vele andere steden in die tijd was er echter één gezamenlijke vrijand:vuur. In 1848 en 1857 werd een groot gedeelte van de stad door brand verwoest. Toch zijn er nog veel fraaie vakwerkhuizen en andere oude gebouwen in goede staat gebleven. In de periode 1535 – 1543 vond de bouw plaats van het renaissance slot Zell wat tegenwoordig een luxe hotel is en één van de mooiste gebouwen van de stad. Wijnliefhebbers denken bij Zell direct aan de wijngaard "Schwarze Katz", waarvoor in het centrum van het stadje een heus monument is opgericht. De zwarte kat staat op het marktplein dat het middelpunt is van het wijnstadje. Aan het plein staan prchtige middeleeuwse hofhuizen en een Romaanse toren uit de 11e eeuw. Volgens velen de mooiste toren in zijn soort aan de gehele Moezel. Aan Cultuur is het nodige te ontdekkenin Zell. Zo zijn er overgebleven delen van de oude stadsmuur met de "ronde toren" en "vierkante toren" te bekijken. Informatie over de joodse gemeenschap is te vinden in de voormalige synagoge gelegen vlakbij het slot. Smalle straatjes, historische vakwerkhuizen met steile gevels en interessante kerken getuigen van de geschiedenis van de Moezelregio. De verschillende musea (zoals een wijnmuseum) in de buurt en in de stad bieden ook inzicht in het verleden van Zell. Gelukkig heeft Zell altijd haar landelijke charme behouden en behoort tot de grootste wijnbouw bedrijvende gemeenten van Duitsland. Dankzij de beschutte ligging van de wijngaarden wordt de wijnbouw hier met groot succes uitgeoefend. De vele wijnhoven en proeflokalen bieden voor wijnliefhebbers dan ook voldoende keus. Hier bepaalt de wijn bijna alles. De beroemde wijn "Zeller Schwarze Katz", de talrijke wijnfeesten, die het hele jaar door in Zell gevierd worden zijn hier het voorbeeld van. De rol van wijncentrum en landschappelijke charme maken van Zell een aantrekkingspunt voor toeristen uit de hele wereld. De stad is dan ook goed voorzien van hotels en pensions. Ook zijn er veel particulieren die Zimmerfrei of een vakantiewoning aanbieden. Naast de bekende wijnen trekt Zell veel mensen die van wandelen en fietsen houden. Vele kilometers wandel en fietswegen nodigen uit om de omgeving te verkennen.
Aan de rand van Zell is het voormalig residenteel slot van de keurvorst Johan von Hagen te vinden. Deze liet het in 1542 in vroeg-renaissancestijl bouwen als dank voor de trouw van de burgers van Zell. Het bouwwerk is zowel aan de buiten als aan de binnenzijde goed bewaard gebleven. Tegenwoordig is er een mooi hotel en restaurant in gevestigd. Andere overblijfselen uit de middeleeuwen zijn de twee toren, de vierhoekige Balduintoren en de ronde kruittoren met Romaans helmdak die het herkenningsteken van Zell is.
Traben Trarbach
Traben-Trarbach ligt aan een smalle bocht in de Moezel omringd door bossen en uitgestrekte wijngaarden. De rivier snijdt het stadje in twee gedeeltes. Vroeger waren het twee aparte plaatsjes, maar vanaf 1904 is het één stad. Vondsten uit de Keltische en Romeinse tijd laten sporen van een oude nederzetting zien. Reeds in 830 n.Chr. werd er geschreven over Traben, over Trarbach daarentegen pas in 1142. In deze vroegere tijden waren de steden voornamelijk gericht op landbouw en wat veeteelt. Boven de stad zijn de resten van burcht Grevenburg te zien. Deze werd rond 1350 gebouwd door graaf Johann III. Tijdens oorlogen in de 17e en 18e eeuw werd ze door de Fransen veroverd en geheel verwoest. Bij de ruïne van de burcht is tegenwoordig een mooie tuin gevestigd. De plek waar de Grevenburg ooit stond biedt een prachtig uitzicht over de Moezel. De bocht in de Moezel waar Traben-Trarbach aan is gelegen heeft steile hellingen en heeft daardoor een belangrijke strategische positie. Franse oorlogsstrategen hebben dit ook erkend tijdens de oorlogen door hen gevoerd in de 2e helft van de 18e eeuw. Getuige hiervan is de ruïne van fort Mont Royal, een gigantisch vestingsbouwwerk.
Kenmerk van Traben-Trarbach is de Brückenstranke, een in 1899 gereedgekomen poortgebouw bij de brug over de Moezel. Deze brug is een nieuwer exemplaar voor de historische brug die helaas in 1944 werd verwoest tijdens de laatste wereldoorlog. De stad heeft van oudsher altijd een stedelijke structuur gehad. Dit kwam vooral tot uitdrukking in de verscheidenheid aan bedrijven die er gevestigd waren en in de dominante positie van de kooplieden. In de loop van de 19e eeuw werd vooral Traben economisch steeds belangrijker. Het gebied, dat voornamelijk uit landbouwgrond bestond en vooral gericht was op wijnbouw, begon voor de wijnhandelaren uit Trarbach interessant te worden. Helemaal na de stadsbrand in Trarbach van 1857 trokken veel wijnhandelaren naar Traben. Daar werd een wijngroothandel opgericht, die ervoor zorgde dat Traben een aanzienlijke economische voorsprong verwierf ten opzichte van Trarbach. Na moeizame onderhandelingen werd uiteindelijk toch besloten om beide plaatsen samen te voegen tot één stad. Dit werd op 26 maart 1904 officieel bekrachtigd.
Traben en Trarbach vormt als sinds de 16e eeuw een belangrijke overslagplaats voor Duitse wijn. De lokale heersers werden kort na de Reformatie protestant, waarna er vooral met geloofsgenoten in de Lage Landen contact werd gezocht om handel in wijn te drijven. Dat legde geen windeieren, want zij lustten wel een glaasje Duitse witte wijn in vroeger eeuwen. Aan het begin van de 19e eeuw ontstonden goede contacten met Berlijn en Pruisen, ook al protestant. Toen de Duitsgezinde koningin Victoria vervolgens ook nog eens belastingvoordelen voor Duitse wijn in Engeland wist af te dwingen bij haar regering, was de groei van de wijnhandel in Traben -Trarbach helemaal niet meer te stuiten.
Wij werden tijdens onze moezel riviercruise bijzonder vriendelijk ontvangen door Stefan Stassen eigenhaar van wijnhuis C.A. Haussmann in Traben en Trarbach.
Foto wijnhuis Haussmann
Foto wijnhuis Haussmann
Foto wijnhuis Haussmann
Foto wijnhuis Haussmann
Foto wijnhuis Haussmann
Foto wijnhuis Haussmann
Foto wijnhuis Haussmann
Bernkastel Kues
Bernkastel-Kues behoort tot de meest geliefde plaatsen langs de Moezel en mag zich het centrum van de "Mittelmosel noemen. Het is schilderachtig gelegen en omgeven door de edelste wijnbergen in het stroomgebied van de Midden-Moezel. Elk jaar weer komen mensen uit landen uit de hele wereld om het Moezelstadje te ontdekken. Naast natuurlijk de wijnen biedt Bernkastel-Kues, ontspanning en veler verscheidenheid. Het stadje is een toeristische trekpleister in het Moezeldal en bestaat uit twee delen: Bernkastel op de rechteroever en Kues op de linkeroever. Beide delen zijn verbonden met een brug over de Moezel. Boven Bernkastel verheft zich de ruïne van burg Landshut. Het historische centrum van Bernkastel telt vele oude vakwerkhuizen en nodigt uit om ontdekt te worden. De wellicht oudste middeleeuwse vakwerk-verzameling van de Moezelregio is hier te bewonderen.
Niet burg Landshut is het hoogtepunt van dit stadje, maar het historische marktplein van Bernkastel met zijn wonderschone vakwerkhuizen, het 17de eeuwse stadhuis en de St.-Michaelsbrunnen. Laat u verbazen door het fragiele punthuisje (Spitzhäuschen), zoals dat sinds 1416 op een te kleine sokkel lijkt te balanceren. Bekijk het prachtige renaissance stadhuis van anno 1608, en bewonder de prachtige betoverende Michaelsfontein van de Sint-Michael parochiekerk. Verderop is de "Graacher Poort" daar bevindt zich vandaag het Heemkundig Museum. Deze stadspoort is de enig over gebleven poort van de oude stadsmuur. Aan de oever van de Moezel staat de St.Michaelskirche, gotische bouwstijl eind 14e eeuw. Mooi interieur met veel beelden en altaren en een prachtig barok orgel. Naast de kerk staat de vrijstaande toren met zijn erkertorentjes. De toren is ouder dan de kerk. Vele hotels en pensions bieden in alle prijsklassen hun kamers aan. Dit geldt ook voor diversiteit aan restaurants en wijnlokalen. De bezetting van de gastenaccommodaties is altijd hoog in het populaire wijnstadje. Het is raadzaam van te voren te reserveren als u een bepaalt soort onderkomen wenst.
Tegenwoordig is Trier een levendige universiteit en winkelstad. Door de talrijke historische monumenten is de stad een grote trekpleister voor toeristen. Het aantrekkelijke centrum van de stad heeft de meeste oude bezienswaardigheden en musea. Naast de vele historische bouwwerken bezit de stad veel winkels en restaurants. De markt en de drie grote straten vormen een uitgebreid voetgangersgebied. Met veel terrasjes. De stad verkennen gaat het beste door dit al wandelend te doen. Ook rijdt er een toeristen treintje vanaf de markt langs veel bezienswaardigheden.
Trier
De oudste stad van Duitsland, Trier is gelegen in een verwijding van het Moezeldal omringd door de heuvels van de Eifel en de Hünsruck. Trier trekt jaarlijks veel bezoekers en niet alleen vanwege de vele intact gebleven bouwwerken uit de Romeinse tijd maar ook om vele andere beschermende monumenten, vroeg christelijke heiligdommen en kunstschatten uit de klassieke oudheid. Vele monumenten staan op de werelderfgoedlijst van de UNESCO. Het aanbod van kunst en cultuur is enorm in Trier. Naast alle historische bezienswaardigheden heeft de stad nog meer te bieden. Trier heeft namelijk meerdere gezichten. Ook al is de stad meer dan 2000 jaar oud, met zijn hogeschool en universiteit is een levendige en leefbare plaats waar veel jongeren wonen. Een indrukwekkende geschiedenis gaat hier hand en hand met een eigentijds heden. Een groot en gezellig winkelaanbod is er voor de shoppers. Tussendoor of na afloop is het goed toeven in één van de vele cafés, bistro’s en lunchrooms die Trier rijk is. In de avond en nacht zijn er dan ook nog trendy clubs met een aanbod van moderne muziek en andere vormen van entertainment. Natuurlijk is de invloed van de Moezelwijnen ook in Trier merkbaar. Naast proeflokalen en wijnkelders kent de stad veel goede restaurants waar de regionale wijnen in combinatie met culinaire hoogstandjes geschonken worden. Het is duidelijk dat Trier voor jong en oud van alles te bieden heeft.
Onderstaande foto's Koblenz
Onderstaande foto's Cochem
Onderstaande foto's Zell
Onderstaande foto's Traben Trarbach
Onderstaande foto's Bernkastel Kues
Onderstaande foto's Trier
Maak jouw eigen website met JouwWeb